
Stoterstangen en looprekken
Na een hele korte nacht stond ik om 5.45 uur op de terminal in Halmstad. Even later kwam er een 500cc BSA uit 1927 met stoterstangen aan, wat direct een leuk gesprek opleverde. Dat gesprek werd voortgezet op de boot, samen met een echtpaar op een Harley uit 1935. Met windkracht 6 werd het een hobbelige overtocht, waarbij de afleiding meer dan welkom was.
Om stipt 12.15 mochten we van de boot af. Ik had mezelf voorgenomen om in één dag Denemarken uit te zijn. Na een rit van ruim 200 kilometer – waarbij zelfs de oprechte zadelpijnfetisjist het woord ‘genoeg’ zou gebruiken – was ik er bijna. Flinke buien zorgden ervoor dat mijn houding te krampachtig werd, wat direct effect had op mijn vermoeidheid. Gelukkig deden mijn nieuwe regenpak, goretexhandschoenen en regenschoenen hun werk perfect. Ik kwam om 20.00 uur droog aan, en dan ook écht droog, maar wel helemaal gesloopt. Nog ongeveer 70 kilometer tot aan de Duitse grens.
Bij het hotel stonden twee bussen met Hollandse looprekken voor de check-in. Ik riep voor de grap: “Schieten jullie wel een beetje op?” Eén van hen begreep de humor, en met een leuk gesprek was ik ook zo aan de beurt.
Sommige hotels verdienen eigenlijk niet de naam hotel, en dit was er zo één. De verwarming stond vol aan zonder dat er een knop op zat, en het raam kon maar een paar centimeter open.
Maar goed, dat betekende wel dat ik om 8.00 uur stipt alweer op de Honda zat.